Met een stem die wil losbreken bezingt Djoeke het vrouwelijk perspectief in haar noir getinte, engelstalige chansons. Klinkt als Piaf meets Portishead, maar toch ook weer niet. Zelf noemt ze het barokpop. De Friezin groeide op in de antiekzaak van haar ouders, waar de opera stem van haar vader door de etalages galmde. Hij leerde haar de kneepjes van het vak en stond aan de basis van haar meeslepende zangstijl. Djoeke heeft nog geen muziek uit maar wist zich met haar eigenzinnige stijl al in de kijkers te spelen tijdens zowel de Popronde als het Concours de la Chanson, waar zij de publieksprijs in de wacht sleepte.